Suiker


Suikers worden tijdens de spijsvertering afgebroken tot glucose en vervolgens opgenomen in ons bloed. Het is een van de belangrijkste energiebronnen voor ons lichaam. Dus waarom hoor je dan overal om je heen dat het zo slecht is? Nou, dat ligt dus allemaal aan de hoeveelheid en de snelheid waarmee deze suikers door het bloed opgenomen worden.

De term koolhydraten is een verzamelnaam voor allerlei soorten suikers die allemaal zijn opgebouwd uit losse suikermoleculen. Sommige zoals glucose bestaan uit één suikermolecuul, kristalsuiker uit twee en zetmeel bestaat uit een heleboel suikermoleculen. De snelle suikers bevatten één of twee suikermoleculen en worden zo genoemd omdat ze snel door het bloed opgenomen worden.

Als je veel snelle suiker tegelijk eet, wordt er dus ook veel suiker tegelijk in je bloed opgenomen. Je bloedsuikerspiegel stijgt dan snel, en omdat je lichaam dat niet allemaal tegelijk kan gebruiken wordt er insuline aangemaakt om die energie om te zetten in vet en op te slaan in vetcellen. Omdat er bij hoge bloedsuikerspiegels veel insuline aangemaakt wordt daalt je bloedsuikerspiegel ook weer snel en kom jij in een dip terecht . Op zo’n moment voel jij je moe, futloos, bibberig en hongerig en heb jij weer ongelofelijk veel trek in vooral iets zoets om je bloedsuikerspiegel weer op peil te brengen. Als je zo doorgaat vertoont je bloedsuikerspiegel dus veel pieken en dalen en daar zijn je organen niet blij mee. Deze zijn vooral gebaat bij een constante hoeveelheid energie en dus een stabiele bloedsuikerspiegel. Een ander vervelend effect is dat er steeds opnieuw vet opgeslagen wordt in vetcellen en dat jij steeds dikker wordt. Het beste is dus om die snelle suikers zoveel mogelijk te laten staan.


Maar dat is nog niet zo makkelijk want suiker heeft ook nog eens een verslavende werking. Suikers activeren net als alcohol en drugs het beloningssysteem in de hersenen. Het zorgt ervoor dat je je prettig en gelukkig voelt. Helaas is dat maar van korte duur en voel je je snel minder opgewekt, zodat jij opnieuw hunkert naar iets zoets. En zeker in een omgeving waar suiker in overvloed aanwezig is, is het moeilijk om daar weerstand aan te bieden. Het resultaat is een vicieuze cirkel waarin jij steeds meer behoefte hebt aan zoetigheid terwijl je steeds dikker wordt.


Dan is de volgende vraag natuurlijk, waar zitten die snelle suikers dan in? Die zitten dus in veel meer producten dan dat jij denkt. De voedselfabrikanten weten ook dat wij suiker lekker vinden en voegen dit dus royaal toe aan allerlei voorverpakte producten. In frisdrank, snoep, koek en gebak verwacht je het wel, maar het zit dus ook in vruchtensappen, dressings, sauzen, soep, ketchup, ontbijtgranen en zuivel (let helemaal op als er 0% vet op staat). Het toegevoegde suiker heeft om het ingewikkeld te maken ook nog eens heel veel verschillende namen, zoals suiker, glucose, fructose, sucrose, dextrose, maltodextrine en alle stropen en siropen. Dit zijn ze vast niet allemaal, maar de meeste heb je dan wel gehad. Mijn advies is dus: let goed op het etiket en vermijd te veel suiker.


Food & Balance eet je fit coaching
Christina van de Klundert